Paulus

Uit Christipedia

Paulus, vóór zijn bekering een verwoed vervolger van de christenen, was één van de apostelen, “een uitverkoren vat” (Hand. 9:15), "een dienaar en getuige" (Hand. 26:16) van de Heer Jezus, om Diens naam te dragen voor de volken en de Joden.

Hnd 9:15 ... deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; (TELOS)
Paulus afgebeeld op de wand in een grot te Efeze (5e of 6e eeuw).

Taak

Hem was in het bijzonder 'het evangelie van de onbesnedenen' toevertrouwd, zoals aan Petrus dat van de besnedenen (= Joden).
Ga 2:7  integendeel echter, toen zij zagen dat aan mij het evangelie van de onbesnedenen was toevertrouwd, zoals aan Petrus dat van de besnedenen (Telos)
Ro 15:15  ... de genade die mij door God gegeven is,  Ro 15:16  dat ik dienaar van Christus Jezus zou zijn voor de volken, om het evangelie van God priesterlijk te bedienen, ... (Telos)

Naam

Paulus heette vóór zijn bekering Saulus, Saul (Hand. 7:58; 8:1, 3; 9:1, 8, 11, 19, 22, 24; enz). Het Griekse woord Saulos betekent: "gewenst, verlangd". De naam Paulus betekent “klein” of “gering”. Hij, die de gemeente van God had vervolgd, christenen "overal in de synagogen", "in alle synagogen" had gestraft, gevangen genomen en gegeseld (Hand. 22:19; 25:11), noemde zichzelf 'de allergeringste van alle heiligen' (Ef. 3:8).

Efe 3:8 Mij, de allergeringste van alle heiligen, is deze genade gegeven om de onnaspeurlijke rijkdom van Christus onder de volken te verkondigen, (TELOS)
Door de genade en kracht van God werd hij echter een krachtig verkondiger van Jezus (Hand. 9:22) en een belangrijk apostel.

Hij was een man van grote geleerdheid. Stadhouder Festus erkende dat, toen hij Paulus sprak van diens "grote geleerdheid" (Hand. 26:24).

Vóór zijn bekering

Paulus was een Israëliet uit de stam van Benjamin (Fil. 3 :5). Hij was geboren in Tarsus (Hand. 22:3), de hoofdstad van de Romeinse provincie Cilicië. "Ik ben ... een Joods man uit Tarsus, een burger van een niet onvermaarde stad in Cilicië" (Hand. 21:39; vgl. Hand 23:34). Hij had een zus die een zoon had (Hand. 23:16). Evenals zijn vader bezat hij het Romeinse burgerrecht. Paulus kende Grieks (Hand. 21:37-38) en Hebreeuws (Hand. 21:40-22:1).

Al vroeg werd hij naar Jeruzalem gezonden, om onder de beroemde wetgeleerde Gamaliël de joodse Wet te bestuderen. Hij werd een ijveraar voor de Wet, zoals de Farizeeën in die dagen. Hij zocht voor zichzelf de gerechtigheid uit de werken der Wet.

Hnd 22:3 Ik ben een Joods man, geboren in Tarsus in Cilicie, maar opgevoed in deze stad, aan de voet van Gamaliel onderwezen naar de gestrengheid van de voorvaderlijke wet, en ik was een ijveraar voor God, zoals u allen vandaag bent; (TELOS)
Saulus was een vijand van allen die hij hield voor vijanden der Wet. Daarom haatte deze Schriftgeleerde uit de school van de Farizeeër Gamaliël de volgelingen van Jezus en had een welbehagen in Stefanus’ steniging (Hand. 7:58; 8:1). Hij vervolgde de discipelen van Jezus te Jeruzalem (Hand. 8 :3; 22 :4), en wilde ook de discipelen die in Damascus woonden vervolgen. Hij verklaarde later tegenover een menigte Joden:
Hnd 22:4 en ik heb deze Weg vervolgd tot de dood toe, terwijl ik zowel mannen als vrouwen boeide en in gevangenissen overleverde, Hnd 22:5 zoals ook de hogepriester van mij kan getuigen en de hele raad der oudsten, van wie ik ook brieven aan de broeders heb ontvangen, en ik ben naar Damaskus gereisd om ook hen die daar waren, geboeid naar Jeruzalem te brengen, opdat zij gestraft zouden worden. (TELOS)
En tegenover koning Agrippa II verklaarde hij:
Hnd 26:9 Ik meende dan bij mijzelf, dat ik tegen de naam van Jezus de Nazoreeer veel vijandigs moest doen, Hnd 26:10 wat ik ook heb gedaan in Jeruzalem; en velen van de heiligen heb ik in gevangenissen opgesloten, waartoe ik de volmacht van de overpriesters had ontvangen; en als zij werden gedood, stemde ik ervoor. Hnd 26:11 En in alle synagogen dwong ik, door hen te straffen, hen dikwijls te lasteren; en bovenmate woedde ik tegen hen en vervolgde hen tot zelfs in de buitenlandse steden. (TELOS)

Zendingsreizen

De apostolische taak heeft Paulus volbracht door zijn drie grote zendingsreizen (Hand. 13–20) èn door de zendbrieven die hij schreef. Paulus moest op zijn zendingsreizen (zie hieronder) veel lijden voor de naam van de Heer Jezus (Hand 9:16), maar hij ondervond ook Gods genade. Zijn metgezel, de arts Lucas beschreef Paulus’ reizen en handelingen in het boek Handelingen der apostelen.

Brieven van Paulus

Paulus heeft 13 brieven geschreven die zijn opgenomen in het Nieuwe Testament. Ze zijn gericht aan:

  1. afzonderlijke gemeenten, nl. te Rome, Korinthe, Efeze, Filippi, Kolosse en Thessalonica;
  2. vele gemeenten in één landstreek: de Galaten.
  3. afzonderlijke personen: Timotheüs, Titus en Filémon.

Naar de tijd waarin ze geschreven zijn is de volgorde als volgt:

  1. 1 en 2 Thessalonicenzen, Galaten, 1 en 2 Korinthe, Romeinen. Deze brieven zijn alle door Paulus geschreven vóór zijn gevangenschap;
  2. Efeze, Kolossenzen, Filémon, Filippenzen, 1 Timotheüs, Titus, 2 Timotheüs, die alle door hem als gevangene zijn geschreven.

De tweede brief aan Timotheüs is een afscheidsbrief.

De brief aan de Hebreeën is mogelijk ook door Paulus geschreven, maar dit is onzeker. Is Paulus de schrijver, dan komt het getal van zijn nieuwtestamentische geschriften op 14.

De geschiedenis van Paulus vanaf zijn bekering

De geschiedenis van Paulus vanaf zijn bekering wordt hieronder naar tijdsorde verhaalt. De vermelde jaartallen gelden als 'omstreeks' ('circa'). Ludwig Schneller[1] merkt op dat voor het vaststellen van de tijdsorde er twee uitgangspunten zijn: de reis van Paulus naar Jeruzalem in het jaar 44 (hand. 12) en de komst van procurator Festus in Judea (Hand. 25). "Steunende op deze beide, met zekerheid vastgestelde, tijden, kan men het overige gemakkelijk nagaan", aldus Schneller.

Ca. 36[2]. Saulus' bekering, Hand. 9. Op zijn reis naar de Syrische stad, met een volmacht van de overpriesters om de christenen op te pakken en geboeid naar Jeruzalem mee te voeren, verschijnt de verheerlijkte Zaligmaker hem, spreekt hem aan en grijpt hem in het hart (Hand. 9:3 v.; 22 :6 v.; 26 :9 v.). Hij wordt verblind en naar Damascus gebracht. Daar wordt hij na enkele dagen bezocht door Jezus’ leerling Ananias, genezen van zijn blindheid en gedoopt. De Heer riep hem tot het apostelschap, waartoe hij verkoren was (Gal. 1:15, 16), om Zijn Naam voor de heidenen te dragen. Paulus zei later tot de ouderlingen van de gemeente te Efeze:
Hnd 20:24 Maar ik reken mijn leven niet als kostbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop volbreng en de bediening die ik van de Heer Jezus heb ontvangen, om het evangelie van de genade van God te betuigen. (TELOS)
Ca. 36-39. In Damascus verkondigt hij in de synagogen dat Jezus de Messias is, de Zoon van God. De Joodse leiders beraadslagen dan samen om hem te doden, maar hij weet te ontkomen. Hij verkondigt aan Jood en heiden het evangelie. Tegenover koning Agrippa verklaarde hij later:
Hnd 26:20 maar ik heb eerst hun die in Damaskus en in Jeruzalem waren en in het hele land van Judea en aan de volken verkondigd, dat zij berouw moesten hebben en zich tot God bekeren en werken doen, de bekering waardig. (TELOS)
Paulus' bekering en vroege dienst.
Hij gaat naar Arabië en keert vandaar naar Damaskus terug, en vlucht uit Damaskus. Gal. 1 : 17.

Ca. 39[3]. Terugkeer uit Arabië. Eerste bezoek te Jeruzalem, drie jaren na zijn bekering. Hij gaat naar Tarsus. Hand. 9: 23—30; Gal. 1: 18.

Ca. 40-43. Saulus predikt het Evangelie in Syrië en Sicilië. Gal. 1: 21. Daarop volgt een tijdperk van onbepaalde duur, in welke tijd hij waarschijnlijk de gevaren en vervolgingen doorstaat, die hij in 2 Kor. 11 verhaalt. Verblijf te Tarsus[4].

Barnabas brengt Saulus van Tarsus naar Antiochië[5], waar zij een jaar blijven vóór de hongersnood. Hand. 11: 25, 26.

Ca. 44. Paulus en Barnabas reizen naar Jeruzalem. Paulus' tweede bezoek te Jeruzalem om de collecte over te brengen. Hand. 11: 30.

Ca. 45. Paulus' terugkeer naar Antiochië. Hand. 12: 25. Petrus komt er ook (Gal. 1:11). Paulus berispt hem om zijn door vrees ingegeven huichelachtig gedrag ten aanzien van Joodse christenen uit Jeruzalem (Gal. 1:11v).

Eerste zendingsreis

Ca. 46-49[6], Paulus' eerste zendings- of evangeliereis, met Barnabas. Zij gaan naar Cyprus, Antiochië in Pisidië, Iconië, Lystre en Derbe, en keren door dezelfde plaatsen naar Antiochië terug. De route van de reis wordt hieronder aangegeven:
Paulus' eerste zendingsreis
Eerste zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 13:4-14:27), later gevolgd door een tweede en derde reis.

Route: Antiochië (Syrië)SeleuciëSálamisPafosPergeAntiochië (Pisidië)IconiumLystraDerbeLystraIconiumAntiochië (Pisidië)PergeAttalíaAntiochië (Syrië).

45, 46[7]. Prediking in Cyprus.

47[7]. Paulus in Perge, Antiochië in Pisidië en omstreken.

48, 49[7]. Paulus in Iconium en omstreken.

50[7]. Paulus in Lystre, Derbe en omstreken. Terugkeer door zendingsgebied naar Antiochië.

Na hun terugkeer blijven Paulus en Barnabas lange tijd te Antiochië, en worden vandaar naar Jeruzalem gezonden over de kwestie van de besnijdenis en het onderhouden van de Wet. Hand. 13, 14, 15: 1, 2.

Israël 100 — 0 v.C. < Israël en Gemeente 0 — 49 na C. > 50 — 99 na C.
Herodes Agrippa IIAnaniasEerste zendingsreis van PaulusHerodes Agrippa IPetrusJakobus (zoon van Zebedeüs)Herodes Agrippa IClaudius IPaulusStefanusPontius PilatusKajafasValerius GratusTiberiusAnnasHerodes AntipasFilippus (viervorst)ArchelaüsJezus ChristusJohannes de DoperAugustus

Ca. 50[8][9]. Paulus' derde bezoek te Jeruzalem met Barnabas, 14 jaar na zijn bekering, Gal. 2: 1. Hij neemt Titus mee (Gal. 2:1). In Jeruzalem stelt hij het evangelie voor dat hij onder de volken predikt (Gal. 2:2, 7). Barnabas is daarbij (Gal. 2:9). Vergadering te Jeruzalem, Hand. 15. De dienst van Paulus wordt erkend door Jakobus (de broer van Jezus), Kefas (Petrus) en Johannes, steunpilaren van de gemeente te Jeruzalem. Paulus en Barnabas keren naar Antiochië terug met Judas en Silas, Hand. 15: 30—35. Spoedig daarop zal Paulus zijn tweede zendingsreis ondernemen.

Tweede zendingsreis (ca. 51-54)

Ca. 51-54[10]. Paulus' tweede evangeliereis, met Silas, Timotheüs en later ook Lukas. Zie Hand. 16:1-18:23.

Deze keer werd hij niet ver­gezeld door Barnabas, die Johannes Marcus mee wilde nemen tegen de zin van de apostel, maar door Silas en Timótheüs, dien hij te Lystra ont­moette.

De route van de tweede zendingsreis is hieronder aangewezen:
Paulus' tweede zendingsreis (Hand. 15:36-18:22)
Tweede zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 15:36-18:22), volgend op een eerste en gevolgd door een derde.

Route: Antiochië (Syrië)SyriëCiliciëDerbeLystraFrygië, GalatiëMysiëTroasSamothráceMacedoniëNeápolisFilippiAmfipolisApolloniaThessaloníkaBeréaAtheneKorintheKenchreaEfezeCaesarea (Maritima)JeruzalemAntiochië (Syrië)

51, 52[7]. Reis door Klein-Azië naar Troas: Paulus trekt van Antiochië naar Cilicië, Derbe, Lystre, Frygië, Galatië en Troas. In Troas scheept hij zich, gehoor ge­vend aan Gods roepstem, naar Macedonië in­ (Hand. 15: 36—16: 10). — Lukas voegt zich bij hem[11]. Hand. 15: 41; 16: 1—8.

ca. 52. Eerste prediking van het evangelie in Europa. Hand. 16. De prediking van het Evangelie in Macedonië vond overal welbereide harten, ondanks de verwoede tegen­stand van Joden en heidenen. Christelijke gemeen­ten werden gesticht te Filippi, te Thessalonika te Beréa. Hand. 16, 17, 18 : 1—11.

In het begin van het jaar 52[7], te Filippi, ondergaan Paulus en Silas de stokslagen-straf en worden voor enige tijd in de gevangenis gezet.

In de zomer van 52, te Thessalonika, kopen de Joden een bende deugnieten om, om onrust in de stad te stoken tegen Paulus.

In Beréa schijnt het christendom grote vorderingen te hebben gemaakt. Silas en Timótheüs blijven er, terwijl Paulus zijn reis voortzet naar het zuiden.

Op de Areópagus in Athene, in de zomer van 52[7], houdt Paulus een beroemde redevoering voor een aantal Griekse wijsgeren. Vanuit Athene zendt hij Timotheüs naar de gelovigen in Thessalonika, omdat wij heel graag wilde hoe het met hen, die verdrukt werden, gesteld was en om hen te doen versterken en te doen vermanen aangaande hun geloof (1 Thess. 3:1v).

Te Korinthe, in oktober 52 daar aangekomen[7], had Paulus meer succes dan in Athene. Hij bleef er ander­half jaar, van oktober 52 tot maart 54[7]. De Joden weliswaar verdreven hem uit de synagoge, maar hij wendde zich daarop tot de heidenen en door zijn dienst ontstond in hun midden een van de meest bloeiende gemeenten in de christelijke oudheid. Hij ontvangt Timotheüs, die uit Thessalonika terugkeert, en schrijft te Korinthe de eerste brief aan de Thessalonikers.

ca. 53. Paulus schrijft in Korinthe de tweede brief aan de Thessalonikers.

54. Paulus verlaat in maart[7] Korinthe, en gaat naar Efeze. Hand. 18: 18, 19. In april[7] arriveert hij in Jeruzalem. Paulus' bezoek aan Jeruzalem was zijn vierde, op het feest. In mei[7] keert hij in Antiochië terug. Hand. 18: 21, 22. Hij ontmoet er de apostel Petrus[7].

Derde zendingsreis (ca. 54-58)

ca. 54-58[12]. Paulus' derde evangeliereis. De route van de derde zendingsreis is hieronder aangewezen:
Paulus' derde zendingsreis.
Derde zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 18:23-21:26), volgend op de eerste en tweede.

Route: Antiochië (Syrië)GalatiëFrygiëEfezeMacedoniëGriekenland, waar Paulus 3 maanden is → Macedonië: o.a. Filippi → reis van 5 dagen → Troas, waar Paulus 7 dagen is → AssusMityleneChiosSamosMileteCosRhodusPataraTyrus, waar Paulus 7 dagen is → Ptolemaïs, waar Paulus 1 dag is → Caesarea_(Maritima), waar Paulus vele dagen is → Jeruzalem

54. In juni vertrekt hij van Antiochië. In de zomer[7] reist hij door Galatië en Frygië naar Efeze. In september[7] komt hij in Efeze aan, waar hij 2 jaar en 3 maanden blijft. Hand. 18: 23; 19: 1-10. Van oktober tot december predikt hij in de synagoge[7], Hand. 19:8.

55, 56[1]. Paulus predikt in de vergaderzaal van Tyrannus. Verbreiding van het evangelie door de gehele provincie.

Hij schrijft de brief aan de Galaten.

Ca. 57[13]. In het begin van het jaar 57[1] zendt Paulus zijn medearbeiders Timotheüs en Erastus naar Macedonië, Hand. 19:22. Van januari tot oktober[1] is Paulus alleen met Aquila en Priscilla te Efeze.

In de lente schrijft schrijft hij te Efeze de Eerste brief aan de Korinthiërs.

Het oproer te Efeze. Paulus gaat naar Macedonië. Hand 19 en 20: 1.

In de herfst schrijft Paulus in Macedonië de Tweede brief aan de Korinthiërs. 2 Kor. 1: 8; 2: 13, 14; 7: 5; 8: 1; 9: 1. — Paulus bezoekt Illyrië en gaat naar Korinthe, waar hij overwintert[14]. Rom. 15: 19; 1 Kor. 16: 6.

58-59[1]. Van december 58 tot februari 59 verblijft Paulus in Korinthe.

Ca. 58. Paulus schrijft te Korinthe de brief aan de Romeinen. Rom. 15: 25-28; 16: 21-23; Hand. 20: 4.

59[1]. Maart - juni[1]. Paulus verlaat Korinthe, reist door Macedonië, zeilt van Filippi, predikt te Troas, neemt afscheid van de ouderlingen te Miléte, bezoekt Tyrus en Caesaréa. Hand. 20 en 21: 1—14.

Gevangenschap (ca. 58 - 62 / 59 - 64)

Paulus in gevangenschap gedurende 4½ jaar.

Ca. 58-60. Paulus' vijfde bezoek te Jeruzalem vóór Pinksteren.

59[1]. In juni[1] wordt hij in de tempel gevangen genomen, voor Ananias en de Joodse raad gebracht, en eindelijk door Lysias naar Caesaréa gezonden

59-61. Van juni 59 tot september 61[1] zit Paulus twee jaren in de gevangenis te Caesarea. Hand. 21: 15-40; 22, 23 en 24.

Ca. 60. Paulus wordt gehoord door Felix en Festus. Hij beroept zich op de Keizer. Hij verantwoordt zich voor koning Agrippa en Bernice en de mannen van Caesaréa. Hand. 25 en 26.

61-62[1]. Van september 61 tot begin 62[1] reist Paulus als gevangene naar Rome.

Hieronder wordt zijn reis naar Rome aangeduid:
Paulus' reis naar Rome.
Paulus' reis naar Rome (Hand. 27:1-28:31).

Route: Caesarea_(Maritima)SidonMyraSchone HavensMaltaSyracuseRhegiumPutéoliForum AppiiTres TabernaeRome

Herfst: Paulus wordt ingescheept naar Italië.

Winter: Schipbreuk te Malta. Hand. 27 en 28: 1-15.

Zie Reis van Paulus naar Rome voor het hoofdartikel.

Ca. 61[15]. Lente: Aankomst te Rome, de hoofdstad van het Romeinse rijk, waar hij twee jaar - volgens L. Schneller[1] van het voorjaar van 61/62 tot het voorjaar van 64 - gevangen in zijn eigen gehuurde woning blijft. Hand. 28: 16 en 30. Het boek Handelingen eindigt met dat verblijf van Paulus in Rome.
Hnd 28:30 Hij nu bleef twee hele jaren in zijn eigen huurwoning, en hij ontving allen die bij hem binnenkwamen, Hnd 28:31  predikte het koninkrijk van God en leerde aangaande de Heer Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, ongehinderd. (Telos)
Wat daarna gebeurt wordt in dit Bijbelboek niet beschreven, en moeten wij ontlenen aan de geschriften van Paulus.

Ca. 62. Lente: Paulus schrijft de brieven aan Filémon, de Kolossers en de Efeziërs. Filém. 1; Kol. 4: 10; Ef. 4: 1. — Herfst: Hij schrijft de brief aan de Filippiërs. Fil. 1 : 12, 13.

Sommigen menen dat Paulus tweemaal gevangen heeft gezeten in Rome. Volgens Ludwig Schneller[1] was de eerste gevangenschap van hetvoorjaar van 62 tot het voorjaar van 64, en de tweede gevangenschap in het jaar 67.

De jaren van Paulus' gevangenschap te Rome, al of niet onderbroken door een periode van vrijheid, behoren wellicht tot de droevigste van zijn leven. Wel geniet de apostel een zekere vrijheid, wel wor­den door zijn prediking een groot aantal perso­nen tot het Evangelie gebracht (Filip. 1: 12—14; Hand. 28: 31); maar de twisten, de wangunst, de na­ijver, die ook in andere gemeenten was voorgekomen, bedreigen thans ook de gemeente van Rome (Filip. 1 : 15—19). Timótheüs bevindt zich bij Paulus. Ook anderen zijn bij hem of hebben contact met hem, zelfs heiligen die tot het huis van de keizer behoren (Filip. 4:21-22) Ontroering en vreugde vervult de apostel wanneer Epafroditus, een afgezant van de gemeente te Filippi, Macedonië, hem met de stoffelijke gaven van de Filippiërs de verzekering van hun onveranderde genegenheid brengt (4 Filip. 4:14—19.

Kort na zijn aankomst te Rome wordt Epafro­ditus aangetast door een ernstige ziekte. Zijn leven liep zelfs gevaar. Hij geneest echter, tegen alle verwachting, en als hij eindelijk aan de terugreis kan denken, geeft Paulus hem voor de gemeente te Filippi de brief mee, die ons bewaard is gebleven (Filip. 2 : 25—30). De apostel hoopt spoedig ook Timotheüs naar de heiligen in Filippi te zenden.

Flp 2:19  Maar ik hoop in de Heer Jezus Timotheus spoedig naar u toe te zenden, opdat ook ik welgemoed mag zijn als ik uw omstandigheden weet. Flp 2:20  Want ik heb niemand van gelijke gezindheid als hij, die zo trouw uw belangen zal behartigen, Flp 2:21  want allen zoeken hun eigen belang, niet dat van Jezus Christus. Flp 2:22  En u kent zijn beproefdheid, dat hij, zoals een kind zijn vader, met mij in het evangelie heeft gediend. (Telos)

Laatste jaren (63 - 64/67)

Ca. 63[16]. Lente[17]: Paulus wordt vrijgelaten uit gevangenschap, Hebr. 13: 23.

Hij schrijft de brief aan de Hebreeën (of hij de auteur is, is onzeker).

Paulus doet nog een reis, van plan zijnde Klein-Azië en Griekenland te bezoeken. Filémon : 22; Fil. 2 : 24.

Vierde zendingsreis (64 - 66)

Paulus reist naar Kreta, Macedonië, Klein-Azië en Spanje.

Ca. 64. Paulus bezoekt Kreta, waar hij Titus achterlaat, terwijl hij Timotheüs vermaant te Efeze te blijven. 1 Tim. 1: 3; Tit. 1: 5.

Hij schrijft de Eerste brief aan Timotheüs en de brief aan Titus.

Ca. 64-67. Paulus heeft plan te Nikópolis te overwinteren. Titus 3: 12. Hij bezoekt Troas, Korinthe en Miléte. 2 Timotheüs 4: 13, 20.

67. Hij wordt gevangen genomen en naar Rome gezonden. Door allen verlaten, alleen met Lukas bij zich, zit hij te Rome. Hij schrijft de tweede brief aan Timotheüs, waarschijnlijk kort vóór zijn dood. 2 Tim. 4: 5—8. Deze brief is een afscheidsbrief. Hij schrijft daarin:
De martelaarsdood van Paulus. Afbeelding door Hendrick Goltzius (1558–1617)
2Ti 4:6 Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd van mijn heengaan is aangebroken. 2Ti 4:7 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geeindigd, ik heb het geloof behouden. 2Ti 4:8 Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad. (TELOS)
Ca. 64/67. Paulus sterft de marteldood. Volgens de overlevering stierf de apostel te Rome door onthoofding, in het jaar 64 of 67 na Christus[18]. Bijna algemeen gelooft men dat de apostel onder keizer Nero tijdens de grote vervolging van het jaar 64, het leven ver­loor[19][20]. Volgens Tertullianus is Paulus als Romeins burger met het zwaard werd gedood[21].
0 — 49 n.C. < Israël en Gemeente 50 — 99 > Kerkgeschiedenis 100 — 199
Openbaring van JohannesJeruzalemClemens RomanusDidachè2 PetrusPaulus2 Timotheüs1 PetrusTitusbrief1 TimotheüsHandelingen van de ApostelenBrief aan de HebreeënBrief aan FilemonEfezebriefPorcius FestusBrief van JakobusKolossenzenbriefFilippenzenbriefRomeinenbrief2 Korinthiërs1 KorinthiërsDerde zendingsreis van PaulusNero (keizer)Felix (stadhouder)GallioTweede zendingsreis van PaulusGalatenbriefHerodes Agrippa IIAnaniasClaudius I

Meer informatie

F. F. Bruce, In de voetsporen van de apostel Paulus. Kampen: Kok, 1995. ISBN: 90-242-2419-5. 64 pagina's.

L. Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898. Pagina's: 470. Prachtig geschreven geschiedenis van de reizen van de apostel Paulus, met veel aandacht voor de natuurlijke en sociale omgevingen waarin Paulus kwam.

H.S.S. Kuyper, Paulus; loopbaan, levenswerk en lijdensweg. Zwolle: La Rivière en Voorhoeve, 1919. Omvang: 184 blz.

Johan Schep, De bekering van Paulus. Youtube.com: United7.tv, 24 aug. 2020. Toespraak over het oude leven van Paulus vóór zijn bekering en over zijn bekering. Duur: 46 min.

Bronnen

C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 72. Hieruit is, onder toestemming, op 2 dec. 2012 tekst gebruikt.

Fréderic Krop, De prediking der apostelen. Handleiding bij het godsdienstonderwijs. H.J. van de Garde & Co, 1902. Enige tekst hiervan, betreffende de tweede zendingsreis, Paulus's gevangenschap te Rome en zijn brief aan de Filippiërs, is onder wijziging verwerkt op 11 maart 2020.

Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898. De tijdtafel op blz. 469-470 is onder wijziging verwerkt op 23 nov. 2023.

H.C. Voorhoeve Jzn, Vragen ter Beantwoording over de Bijbelsche Geschiedenis. 's Gravenhage: H.C. Voorhoeve Jzn, 1890, tweede druk 1903. Tekst van het aanhangsel 'De geschiedenis van Paulus naar tijdorde' is onder wijziging verwerkt op 25 aug. 2018.

Voetnoten

  1. 1,00 1,01 1,02 1,03 1,04 1,05 1,06 1,07 1,08 1,09 1,10 1,11 1,12 1,13 Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 470.
  2. Jaar 37 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  3. Jaar 40 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  4. In de jaren 40-43 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  5. Jaar 44 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  6. Jaren 45-50 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  7. 7,00 7,01 7,02 7,03 7,04 7,05 7,06 7,07 7,08 7,09 7,10 7,11 7,12 7,13 7,14 7,15 Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  8. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Gal. 2:1-10, stelt de vergadering van Hand. 15 omstreeks 48 na Chr. en noemt het bezoek van Paulus aan Jeruzalem zijn tweede bezoek.
  9. Jaar 51 was het concilie der apostelen, aldus Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  10. H.C. Voorhoeve Jzn, Vragen ter Beantwoording over de Bijbelsche Geschiedenis. 's Gravenhage: H.C. Voorhoeve Jzn, 1890, tweede druk 1903. Fréderic Krop, De prediking der apostelen (1902) dateert de tweede zendingsreis in de jaren 52 - 54.
  11. Vergelijk ook Hand. 16 : 10, waar Lukas, de schrijver van de Handelingen, voor het eerst spreekt van 'wij'; dus een bewijs, dat hij daar bij het gezelschap was. Wellicht had Lucas voor het tweede gedeelte van zijn boek reisaantekeningen.
  12. 54-59 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 469.
  13. Het jaar 57 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 470.
  14. Volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 70.
  15. Het jaar 62 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 470.
  16. Het jaar 64 volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 470.
  17. In maart volgens volgens Ludwig Schneller, Opdat allen Hem kennen! De Apostel Paulus nagereisd van Antiochië tot Rome. (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1898), blz. 470.
  18. Afhankelijk of men alleen één gevangenschap of twee gevangenschappen in Rome aanneemt.
  19. Fréderic Krop, De prediking der apostelen (1902), blz. 21.
  20. Tacitus, Hist. 15.41v
  21. De Praescr. 36.