Alfeüs

Uit Christipedia

Alféüs of Alpheüs is de naam twee mannen genoemd in het Nieuwe Testament.

De naam in de Griekse grondtekst is Αλφαιος, Alphaios (klemtoon op de tweede lettergreep). De naam is van Hebreeuwse oorsprong en betekent 'veranderend'[1]. Het Strongnummer is 256. De naam komt 5x voor in het Nieuwe Testament. Engels: Alphaeus. Duits: Alphäus. Frans: Alphéé.

1. Alfeüs of Klopas, de vader van de apostel Jakobus, die de kleine wordt bijgenaamd ('Jakobus de Kleine'). Hij was gehuwd met Maria. → Klopas. Deze Alfeüs wordt 4x genoemd, onder andere in Matth. 10:3.

Mt 10:3 Filippus, Bartholomeus, Thomas, Mattheus de tollenaar, Jakobus, de zoon van Alfeüs, Lebbeus, bijgenaamd Thaddeus, (TELOS)

Gewoonlijk houdt men het ervoor, dat de naam Alfeüs, die in het Hebr. Chalphai luidt, in het Grieks op tweeërlei wijze geschreven werd, Alfeüs en Klopas, en dat dus de vader van de apostel Jakobus dezelfde is als Klopas, de man van Maria, de zuster van de moeder van Jezus (Joh 19:25, vgl. Mt 27:56, Mr 15:40).

2. de vader van Levi (Mattheüs) de tollenaarMattheus. Deze Alfeüs wordt 1x genoemd:

Mr 2:14 En toen Hij verder ging, zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten; en Hij zei tot hem: Volg Mij. En hij stond op en volgde Hem. (TELOS)

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Alpheüs' is op 24 dec. 2018 onder wijziging verwerkt.

D. Harting, Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament (1861-1863). Opgenomen als Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament in Online Bible (uitgeverij Importantia). Enige tekst over Alfeüs is onder wijziging verwerkt op 24 dec. 2018.

Voetnoot

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.