Adama (Siddim)

Uit Christipedia

Adama of Admah was een plaats gelegen in de Siddimvallei, in de buurt van Sodom en Gomorra. Zij moet onderscheiden worden van de in sommige vertalingen gelijknamige plaats Adama in het gebied van de stam Naftali.

De Hebreeuwse naam van Adama in het dal Siddim luidt Admah. De vertalingen NBG51, NBV en Nab hebben ‘Adma’. In het Engels is de naam 'Admah'. Statenvertaling en Herziene Statenvertaling hebben ‘Adama’. De plaats wordt vijf maal in de Schrift genoemd en betekent ‘rode aarde’[1]

Adama lag in de vlakte van de Jordaan. De stad was onderworpen aan Kedorlaomer, de koning van Elam, maar Sinab, de koning van Adam (Gen. 14:2), kwam met andere koningen in opstand. Daarop trokken Kedorlaomer en drie andere koningen met hem ten strijde tegen de koning van Adama en vier andere Kanaänitische koningen. Tijde van Abram werd slag geleverd in het dal van Siddim (Gen. 14:8). De opstandige koningen verloren de slag en de overwonnenen werden weggevoerd, onder wie Lot, die in Sodom woonde, maar Abraham joeg de legers na en bevrijdde Lot en de anderen (Ge 10:19; 14:8).

Kaart: Mogelijke ligging van Adma in de zuidoosthoek van de Dode Zee

Adama werd later met de steden Sodom, Gomorra en Zeboim door God verwoest om de slechtheid van haar inwoners (De 29:23). 

Jahweh zei ten tijde van de profeet Hosea tegen Efraïm:
Hos 11:8  Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u uitleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama, met u doen als met Zeboïm? Mijn hart keert zich in Mij om, al Mijn medelijden is opgewekt.
(HSV)

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.